KERSTMIS, EEN DAG OM NOOIT TE VERGETEN

 

Het is de dag voor Kerstmis. Iedereen heeft meegewerkt om het huis netjes en gezellig te maken. Vader en moeder, Anneke en Sjonnie. Terwijl moeder in de keuken nog even bezig is, zegt Anneke: “wat raar eigenlijk hè mam, dat er nou niemand was die een plaatsje had voor Maria en Jozef.”
”Nou,” zegt Sjonnie, “wij zouden wel plaats hebben. Op de logeerkamer zouden ze kunnen slapen en overdag waren ze gewoon bij ons beneden.”  “Ja, gezellig,”, valt Anneke bij, “en boven op zolder staat nog een wiegje, daar zou het kindje in kunnen slapen, hè mam!” Moeder zegt: “Ja hoor, plaats genoeg!”
Het kerststalletje staat en ook de lichtjes in de kerstboom branden. Heerlijk, morgen is het Kerstmis.

Het is al donker als vader thuiskomt. “Hé pap, kom eens kijken, vind je het mooi,” roept Anneke. “Geweldig,” zegt vader, “dat hebben jullie goed gedaan hoor!”, maar dan loopt hij meteen naar de keuken. Daar is moeder. Vader kijkt ernstig. Wat zou er zijn? In de keuken praten vader en moeder zacht met elkaar. Anneke is weer in haar hoekje gekropen, lekker bij de warme kachel. “Mam, kom je nou,” roept Sjonnie. Maar moeder geeft geen antwoord. Als Sjonnie gaat kijken, zitten ze bij de tafel. Ze zeggen niets, maar hij ziet dat ze nadenken. “Wat is er pap,“ vraagt Sjonnie. Tja”,” zegt vader, “het is nogal moeilijk, maar misschien kunnen jullie ons wel helpen.” Anneke komt ook al aanlopen. En daar zitten ze, met z'n vieren om de keukentafel. “Tja,” zegt vader weer, “het zit zo. Er is zojuist bericht binnengekomen dat er weer vluchtelingen zijn aangekomen. Er zijn een paar gezinnen bij die onderdak hebben kunnen krijgen, maar voor twee kinderen is er nog geen plaats tijdens de kerstdagen. Nu dachten we misschien kunnen wij ook helpen….” Het gezicht van Sjonnie betrekt en Anneke kijkt ook niet zo vrolijk meer. Ze moeten er toch even over nadenken.

Het was moeilijk, maar ze hebben allemaal 'ja' gezegd. Vader heeft meteen opgebeld en nu is hij weg om de kinderen te halen: een jongetje van acht en een meisje van negen. Het is spannend! Hoe zullen ze eruit zien? Zouden ze aardig zijn? Zouden ze met elkaar kunnen spelen? Kunnen ze elkaar wel verstaan? Moeder is naar boven gegaan om de bedden op te maken. Sjonnie en Anneke zeggen niet veel. Ze wachten in spanning af!

Tuuuut, tuuuut. Daar komt de auto aan. Anders hollen Sjonnie en Anneke meteen naar voren om de deur open te doen, maar nu blijven ze stilletjes zitten. Ze zijn wel nieuwsgierig, maar vinden het ook eng! Vreemde kinderen ... hoe moet dat nu? De sleutel draait in het sleutelgat. Daar komen ze aan. “Zo jongens, dit zijn Pepito en Miriam, geef ze maar een hand!” Anneke en Sjonnie gaan naar ze toe. Twee kleine bleke kinderen staan voor hen. Hun haren zijn donker en verward en ze hebben heel donkere kleren aan. “Hallo,” zegt Sjonnie en dan zegt Anneke ook maar “hallo!” De twee zeggen helemaal niets maar houden elkaar stevig vast. Samen gaan ze op de bank zitten, helemaal op het randje. Daar komt moeder aan. “Welkom,” zegt ze en het lijkt wel of ze dat woord verstaan. Ze kijken op en lachen even naar haar. Dan kijken ze weer stil voor zich uit. Je kunt zien dat ze erg moe zijn. Moeder helpt hen bij het uittrekken van de jasjes. Dan gaat ze tussen hen inzitten. Ze slaat haar arm om de schouder van Pepito en pakt de hand van Miriam vast. Die rilt en het lijkt wet of ze een beetje huilt. Na een tijdje komt vader binnen met warme chocolademelk en lekkere koekjes. Iedereen krijgt een glas. Mmmmmm, dat is lekker. Ze genieten ervan. Anneke gaat de kamer uit en even later komt ze terug met haar liefste knuffelbeest. Ze geeft het aan Miriam. Het meisje grijpt er meteen naar en houdt het stevig tegen zich aangeklemd. Anneke moet erom lachen. Sjonnie komt ook al aanlopen met een auto en Pepito gaat er meteen mee op de grond spelen. Het duurt niet lang of de jongens 'verstaan' elkaar. Moeder neemt Miriam op haar schoot en wiegt haar zachtjes heen en weer. Ze neuriet voor zich uit ... een mooi lied. De kinderen horen de melodie en Pepito houdt op met spelen. Hun oogjes twinkelen. Ze kennen het! En iedereen neuriet mee.....