HET KERSTKINDJE
|
Jozef en Maria zijn op reis
gegaan. Maria zit op ’t ezeltje en Jozef loopt vooraan. Ze komen laat in Betlehem; de mensen
slapen al. In het veld zijn herders; zij houden in
de nacht Opeens komt er een engel; die zegt tegen
hen: De herders zeggen: “Kom, we gaan het
Kindje zoeken. Drie mannen zien een grote ster; die
mannen zijn heel wijs. Zo komen ze in Betlehem; daar zoeken ze
een poos. De herders knielen neer voor Jezus;
eerbiedig zeggen zij: Alle mensen, groot en klein krijgen het
te horen:
|
Overgenomen uit het gelijknamige boek ‘het Kerstkindje’, uitgegeven door Ark boeken. |