Het woord
Kerstmis komt van Christus en Mis
(van Dale etymologisch woordenboek),
in het Middelnederlands Kerstesmisse,
Oudengels: Cristus maesse.
Het is de Mis die gevierd wordt vanwege Christus' geboorte.
Wil je het feest van
Kerstmis verstaan,
dan is het dus nodig wat meer van Christus te weten.
Wie was dat kleine Kind,
Jezus,
die later de 'Christus' genoemd wordt
(dat betekent 'Messias' ofwel 'Gezalfde').
Wie was dat Kind waarvan Lucas schrijft
dat Hij door engelen werd aangekondigd,
door herders werd begroet,
bij Wie wijzen uit het oosten op bezoek kwamen,
waarover Lucas schrijft dat zijn moeder maagd was,
en zonder gemeenschap te hebben met een man
toch moeder geworden was?
Wie was Jezus?
Of beter gezegd: 'Wie is Jezus?'
want het Evangelie eindigt met de Boodschap,
dat zijn dood net zo mysterieus is als zijn geboorte.
Hij overwon de dood
en zoals zijn leven onnaspeurbaar begon
in de moederschoot van Maria,
zo eindigde zijn aardse leven onnaspeurbaar in het graf,
in de schoot van moeder aarde,
onnaspeurbaar,
want het graf was leeg.
Wie is Jezus?
Daarover zou veel te
vertellen zijn,
maar in een Kerst-site beperken we ons tot Jezus,
zoals die met Kerstmis aan ons wordt voorgehouden.
We werken enkele punten
uit:
Een meisje dat nog maagd was,
had geen gemeenschap met een man,
maar werd toch zwanger,
nadat ze een woord van een engel had gehoord.
(Lees hier meer over Maria en de maagdelijke
geboorte)
Het Woord is vlees
geworden (Joh. 1,14).
Zo schrijft de evangelist Johannes over Jezus.
Hij schrijft filosofisch, beschouwend,
hij probeert de diepere dimensie van wat hier gebeurt
in woorden te vatten,
God uit God, Licht uit Licht.
Jezus is het vleesgeworden Woord.
In het Evangelie van
Johannes zegt Jezus verder over Zichzelf:
'Ik ben het Brood des levens' (Joh. 6,48).
Op een andere manier neemt Lucas ook dit beeld over.
Wanneer Jezus geboren wordt, legt zijn moeder Hem
in de voederbak voor de schapen, een kribbe.
Daar zien we reeds dat Hij brood is voor ons, zijn schapen.
In het evangelie van
Johannes zegt Jezus ook over zichzelf:
'Ik ben de Goede Herder' (Joh. 10,11).
Lucas gebruikt hetzelfde beeld bij de herders op het veld,
Jezus wordt het eerst aan hen aangekondigd.
Zij weiden de schapen.
Jezus zal uiteindelijk alle schapen weiden,
alle mensen over de hele wereld. Eveneens in het evangelie
van Johannes, zegt Jezus over Zichzelf:
'Ik ben het Licht der wereld' (Joh. 8,12).
Daarover zien we een mooie vergelijking bij Matteüs,
wanneer hij verteld over wijzen uit het Oosten.
Zij volgen een ster. Deze straalt als licht in de nacht.
Boven het paleis van Herodes verdwijnt hij.
Boven de stal blijft hij stilstaan, bij het Licht der wereld.
|