DE HERDERTJES LAGEN BIJ NACHTE
|
De herdertjes lagen bij nachte, Zij lagen bij nacht in het veld. Zij hielden vol trouwe de wachte, Zij hadden hun schaapjes geteld. Daar hoorden zij d'engelen zingen Hun liederen vloeiend en klaar; De herders naar Betlehem gingen: ’t Liep tegen het nieuwe jaar.
|
|
Maria die bloosde van weelde, Van ootmoed en lieflijke vreugd'; De goede Sint Jozef, hij streelde Het Kindje, der mensen geneugt'; De herders bevalen te weiden Hun schaapkens aan d'engelenschaar: Wij kunnen van 't kribje niet scheiden Wij wachten het nieuwe jaar.
|
|